Welkom bij de dienst Orthopedie & Traumatologie van het Jan Palfijn ziekenhuis in Merksem.

ROTATOR CUFF LETSEL

ROTATOR CUFF LETSEL

Wat is een rotator cuff?

De rotator cuff is een peesblad dat bestaat uit 4 spiergroepen rond de schouder. Zijn functie is om de schouder te stabiliseren en door het selectief aanspannen van de verschillende spiergroepen bewegingen in het schoudergewricht toe te laten.

Zo is er 1 spier die zich bovenaan bevindt (supraspinatus) en die bij aanspannen de arm naar boven beweegt. Achteraan zijn er twee spieren (infraspinatus en teres minor) die bij aanspannen de arm naar buiten draait. Vooraan bevindt zich 1 spier(subscapularis) die bij aanspannen de arm naar binnen draait.

Bij een scheur in een of meer van deze spieren zal de functie ervan verloren gaan.

Wat is een rotatorcuffscheur?

Indien één of meer van deze pezen gescheurd zijn spreekt men van een rotatorcuffscheur. Deze scheur kan gedeeltelijk of volledig zijn (ganse dikte van de pees), waarbij de peeseinden al dan niet kunnen verschoven of teruggetrokken zijn onder het dak van de schouder.

De scheuren kunnen acuut ontstaan (bv. na een val of ongeval). De meeste ontstaan echter als gevolg van langdurige irritatie of ontsteking.

Wat zijn de klachten?

De belangrijkste klachten zijn pijn en krachtsverlies.

De pijn bevindt zich rond de schouder met uitstraling naar de bovenarm, en wordt uitgelokt of verergerd door bepaalde bewegingen.

Nachtelijke pijn ter hoogte van de schouder is eveneens vaak aanwezig, waardoor liggen op de schouder vaak niet meer mogelijk is.

Activiteiten boven schouderhoogte lokken pijn uit en worden met duidelijk minder kracht uitgevoerd.

Met welke onderzoeken kunnen we de cuff scheur opsporen?

Door een grondig klinisch onderzoek kan uw arts onderzoeken welke pezen van de rotatorcuff zijn aangetast.

Zowel de pijn als de verminderde kracht wordt opgespoord.

Indien de scheur al lang aanwezig is valt de atrofie (= vermindering in volume van de spier) op.

De diagnose kan bevestigd worden met een klassieke radiografie, een echografie, een CT scan met contraststof en NMR (magnetische resonantie scanner).

Hoe wordt een rotatorcuffscheur behandeld?

In samenspraak met de patiënt kan de behandeling conservatief zijn (= niet operatief), hetzij operatief.

Welke behandeling gekozen wordt hangt af van verschillende factoren. Leeftijd van de patiënt, de oorzaak van de scheur, de uitgebreidheid van de scheur en de beroepsactiviteit van de patiënt spelen hierbij een belangrijke rol.

De conservatieve behandeling is gericht op het verminderen van de onderliggende ontsteking, waardoor de pijn verdwijnt, en het terugwinnen van de kracht in de andere delen van de rotatorcuff en de bovenliggende spieren (de deltoidspier).

De ontsteking wordt behandeld met medicatie en inspuitingen met cortisone. Hierbij worden 2 à 3 injecties gegeven. Kinesitherapie kan de omliggende spiergroepen versterken.

Indien de conservatieve behandeling faalt of als het gaat om een recente scheur van de cuff zal geopteerd worden voor een operatief herstel van de rotator cuff.

Hierbij wordt de pees terug hersteld op zijn aanhechting op het bot. Dit gebeurt met hechtingsdraad of met botankers.

In de meeste gevallen wordt het beenderige dak van de schouder recht gemaakt zodat er geen conflict meer bestaat tussen het bot van het schouderdak en de gehechte pees.

In sommige gevallen is een hechting van de pees niet mogelijk omdat de pees volledig teruggetrokken is of van slechte kwaliteit is. In dat geval zal beslist worden voor een debridement van de schouder. Hierbij wordt het ontstekingsweefsel weggenomen, de randen van de pees vrijgemaakt en het beenderige dak van de schouder recht gemaakt om een conflict tussen pees en bot te voorkomen.

Beide ingrepen kunnen arthroscopisch (= kijkoperatie) of open uitgevoerd worden in functie van het type van de scheur en de voorkeur van de chirurg.

Wat gebeurt er na de ingreep?

De revalidatie is afhankelijk van het type scheur en het type ingreep dat werd uitgevoerd.

De gehechte pees moet beschermd worden om ze goed te laten ingroeien. Vandaar dat u een verband moet dragen tot 6 weken na de operatie. Beweging van de pols en elleboog zijn toegestaan.

Onmiddellijk na de ingreep is het belangrijk om de pijn onder controle te houden. Dit gebeurt door adequate pijnstillende medicatie en ijs applicatie.

Na 2 weken zal u worden doorverwezen naar de kinesist om de schouder passief te bewegen (= oefeningen waarbij uzelf de arm niet gebruikt).

Pas vanaf 6 weken kan u zelf starten met actieve oefeningen gedurende 6 weken, daarna gevolgd door verstevigingoefeningen van de schoudergordelspieren.

In geval van een debridement wordt vroegtijdige mobilisatie toegestaan.

De totale revalidatie varieert tussen de 3 à 6 maanden.

Wat zijn de mogelijke complicaties?

Herruptuur: Het kan dat de rotatorcuff na hechting opnieuw inscheurt hetzij op dezelfde plaats hetzij op een andere plaats. Het uiteindelijke resultaat hoeft daarom niet slechter te zijn.

Frozen shoulder: Dit is de verstijving van het schouderkapsel. Het is de meest voorkomende complicatie. Om deze verstijving te vermijden zal u worden doorverwezen voor kinesitherapie.

Infectie:Zoals bij iedere operatie bestaat er een kans op infectie. De tekens hiervan zijn overdreven veel pijn, koorts, algemeen slecht voelen en roodheid en warmte rond de schouder.

Schouder hand syndroom: Het betreft hier een stoornis in de microcirculatie en fijne bezenuwing van de arm tot in de hand. Dit gaat gepaard met nachtelijke pijn, zweterige handen, overdreven pijn en zwelling, en een glazig aspect van de huid. Behandeling is mogelijk, maar langdurig. Deze verwikkeling komt zeer zeldzaam voor na cuffhechtingen.

Extra informatie wordt U via een website aangeboden door de schouder en elleboogchirurgen die lid zijn van de FLESSS (Flemish Elbow and Shoulder Surgeons Society) op www.flesss.be